Maandelijks archief: november 2018

Het huis van Oma

Het huis van Oma

Zoals gezegd, Oma hield van mooie dingen, soms met de neiging tot protserigheid. Het dressoir in de woonkamer was een enorm log eiken meubel met uitgesneden taferelen. In één lade van het dressoir lag een compleet assortiment gereedschap. Op mijn vraag waarom zij zoveel gereedschap had, vertelde ze mij dat je zoveel mogelijk alles zelf moest kunnen, je wist maar nooit of je alleen zou komen te staan en dan kon je jezelf redden.

Er stonden prachtige kristallen schalen en kleine snuisterijen die volgens de overlevering ooit gekocht waren op veilingen, zoals de kleine rode glazen bakjes met glas in lood. In de bakjes fragiele lepeltjes, ook ingelegd met glas in lood. Altijd gedacht dat het voor peper- en zout was, maar het kunnen ook kaviaar schaaltjes zijn. Maar dan klopt het lepeltje niet, kaviaar mag niet met metaal in aanraking komen en ik weet niet of de lepeltjes van zilver zijn.

kaviaar bakjes glas in lood

Op een dag kwam ik bij Oma en vond haar aan de eettafel met de prullenbak naast zich en een grote berg foto’s op tafel. “Oma, wat doet u nou?????”vroeg ik. Ze keek mij aan en zei: “Kind, ik verscheur foto’s. Als ik er straks niet meer ben weet niemand meer wie op die foto’s staan. Ik ben de enige die nog weet wie ze waren. Het is helemaal niet leuk om zo oud te worden, ik ben de enige die nog over is van al mijn vrienden”. Gelukkig heb ik wel wat foto’s kunnen redden.

Oma was 65 jaar toen ze besloot haar rijbewijs te halen. Toen het heuglijke feit daar was en zij haar rijbewijs in handen kreeg kocht ze een nieuw Dafje 33. Beige van kleur met knalrode stoelbekleding. Het autootje kreeg een plek in de garage en bleef nieuw ruiken. Als een vorstin zat Oma achter het stuur en tufte het dorp door met af en toe een landing in een plantsoen. Haar zicht was namelijk niet zo best en ze droeg een bril met sterkte 100. Soort jampot glazen. Gelukkig hoorde je haar al van verre aankomen, het Dafje had een nogal luidruchtig motortje.

auto-daf-33
Verder besloot ze haar 65e haar verjaardag nog éénmaal goed te vieren, want het kon zomaar haar laatste zijn. Haar verjaardag heeft ze uiteindelijk nog jaaaaren gevierd, ze overleed op hoge leeftijd. Ze werd in de 90.

Geborduurde kussentjes oud linnengoed

kussentjes met oud borduurwerk
Deze kussentjes zijn gemaakt van oude handgeborduurde tafellakens. Elk kussentje is anders gemaakt, er is niet één hetzelfde. Ze verschillen in grootte, sluiting en borduursel. De achterkanten van de kussentjes zijn zeker zo mooi en sluiten qua borduursel mooi aan. Het was een gepuzzel, maar het resultaat mag gezien worden. Ze staan super mooi in een brocante slaapkamer.
Ik verkoop deze kussentjes van Oma’s tafellakens vanaf € 17,50, afhankelijk van de grootte van het kussen. Stuur mij even een berichtje als je belangstelling hebt, dan stuur ik foto’s van degene die ik nog heb.

Mijn liefde voor brocante

Het huis van Oma en Oma zelf, deel één

Mijn Oma en Opa vertrokken in de jaren 50 vanuit Amsterdam naar een dorp in het Gooi. Niet lang daarna overleed Opa. Oma was een dametje dat haar mannetje wel stond. Ze hield van mooie dingen en kon zich een bepaalde luxe veroorloven. Een werkster, een tuinman en de was ging de deur uit. Eén keer per week werd de was opgehaald door de wasserij en keurig gewassen, gestreken en eventueel gesteven teruggebracht. En…. Oma had een badkamer met bad, waar ik altijd in mocht als ik kwam. Feestje voor een kind dat in Amsterdam woonde op één hoog en badderde in een teil in de keuken, omdat er geen badkamer was. tuin-oma-huizen
Wij reisden vaak in het weekend met de trein richting Oma en genoten daar van het buiten zijn en wandelen in de bossen. We deden spelletjes en op zondagen kwam de eikenhouten sjoelbak op tafel en werd er een glazen 78 toeren plaat op de draaitafel van de grote grammofoonkast gelegd.Grammofoonkast 78 toeren antiek

Oma had een tuin met twee appelbomen en als de appels rijp waren plukten we de appels met een grote stok met een zak eraan en aten we verse appelmoes en appeltaart. Als ik mocht blijven logeren lag ik met Oma in haar tweepersoons bed, luisterend naar haar gesnurk. In de winter onder wollen Aabee dekens en een bruin satijnen sprei met dons gevuld. In de slaapkamer stond een grote kledingkast met vakken aan de binnenkant van de deur. Daar bewaarde Oma haar parfummetjes en zeepjes en als de kast open ging geurde de kamer. In de zomer werd ik gewekt door de koerende duiven die in de appelbomen in de achtertuin zaten. Inmiddels zijn we meer dan een halve eeuw verder, maar nog steeds brengt het geluid van koerende duiven mij terug in de tijd en moeiteloos haal ik het sfeertje en de geur van geborgenheid en ouderwetse gezelligheid weer naar boven. Herinneringen aan zelfgebakken koekjes in het koekrommeltje, waar altijd tussen de deksel afdekpapier geklemd zat, want dan bleven de koekjes langer vers. De overheerlijke cake die Oma bakte, met een heerlijke zachte nattige buitenkant doordat ie na het bakken warm door suiker gerold werd. Het Droste servies in de keuken, waar wij ’s winters chocolademelk uit dronken. Het blauwe Sahara servies, waar ik altijd thee uit wilde drinken. Het schippertje van brons met een pijp in zijn mond en pukkel op zijn kin. Als je op de pukkel drukte gingen de ogen en de pijp gloeien en kon je je sigaar of sigaret eraan aansteken.

aansteker visser met pijp

Het zelfgemaakte ‘touw voor een pak’ mannetje, dat naast de telefoon hing met in zijn broekzakje een bolletje touw, waarvan een draadje door een sleufje in de zak naar buiten stak om afgeknipt te kunnen worden als het nodig was. Je kon Oma altijd vragen om een elastiekje, inpakpapiertje, lintje of touwtje. Ze kon prachtig handwerken en borduurde mooie tafellakens, waar ik kussentjes van heb gemaakt. De herinnering van het koolmeesje dat ieder jaar in de brievenbus van het huis nestelde en waar Oma dan een briefje buiten ophing als waarschuwing voor de postbode. En de prachtige opgemaakte paaseieren, die wij als kleinkinderen ieder jaar met Pasen kregen, en die zij zelf maakte.

chocolade paasei in draagtas

Baigneuses

porseleinen figuurtjes baigneuses

Baigneuses

Om heel eerlijk te zijn hou ik niet zo van beeldjes. Ondanks mijn verzamelwoede zal ik niet zo snel een collectie beeldjes aanleggen. Maar er is toch één uitzondering, dat zijn baigneuses.

Tijdens een bezoekje aan een brocanteur in het zuiden van Frankrijk zag ik ze staan, een groepje dames in badpak en badmuts. Er zat er ééntje op een fotolijstje en een ander zat bevallig te zijn op het dekseltje van een schelp. Ik moet wel zeggen dat mijn oog het eerst viel op de kleine zittende pierrot, die met haar handjes haar jurkje omhoog hield als een bakje.
De brocanteur, die mij zag kijken, vertelde dat hij 5 beeldjes had gekocht van iemand die een kleine collectie baigneuses had. Nooit van gehoord, maar natuurlijk begreep ik dat de figuurtjes zo heetten vanwege de badpakjes. Meestal vertegenwoordigen ze een vrouw in een zwempak, vandaar hun naam. Dat het Art Deco was zag ik ook en ik schatte in uit de jaren 1920-1930. De brocanteur benadrukte dat ze zeldzaam waren. Ja, ja, dat zal wel, dacht ik, maar ik kon het niet laten en kocht er drie, waaronder de kleine pierrot. Thuis kregen ze een plekje op de kaptafel. De pierrot deed dienst als ringenbakje en de rest stond gewoon mooi te zijn.

baigneuse art deco beeldje

Op elke rommelmarkt, vide grenier of brocantemarkt zocht ik naar de kleine figuurtjes, zonder resultaat. Wel wist ik inmiddels dat de zwemmertjes werden gemaakt tijdens de eerste periode dat er in zee gezwommen werd en idd uit de jaren 20/30 afkomstig waren. Oorspronkelijk hadden ze een kleine papieren paraplu bij zich, maar omdat dit te kwetsbaar bleek om de tand des tijds te doorstaan is de paraplu vervallen. De dames zijn dun en elegant, sober en heel stijlvol, kenmerkend voor de Art Deco. Ze werden voornamelijk gekocht in de kustplaatsen als souvenir, soms staat de naam van de badplaats erop en ze zijn voornamelijk gemaakt van Frans of Duits porselein.
Ze werden gebruikt als sierradenbakje, fotolijstje, asbak of zeepbakje. Maar er zijn ook alleenstaande dames, die niet op een schelp of bakje zitten, deze zijn functieloos behalve ter decoratie.

Laatst vond een vriendin van mij vier dames op een rommelmarkt. Dat is redelijk uniek en ik heb ze via haar kunnen kopen. Op Ebay worden ze ook aangeboden, maar of het allemaal oude zijn, betwijfel ik en de prijzen zijn hoog.

Canard

oude tuitbeker Franse canard     canard antieke Franse tuitbeker

Canard, biberon de malade

“Qu’est ce que c’est?” “Ah, Madame, c’est un canard.” Ja, dat klinkt wel leuk, en ik weet wel wat een canard is, maar het object dat ik zag op de vide grenier leek toch echt niet op een eend. Een mevrouw die naast mij staat spreekt mij aan met een Vlaamse tongval. “Dat is een beker, welke vroeger gebruikt werd in verpleeghuizen, als mensen niet goed drinken tot zich konden nemen.” Juist, tuitbeker dus. Maar wel een stuk leuker. “Er zijn verzamelaars van en omdat sommige bekers voorzien waren van een tuitje in de vorm van een eendenbek, werden ze Canards genoemd. Er zijn prachtige exemplaren en ze zijn niet goedkoop.” Dat weten we dan weer, en inderdaad er zijn prachtige exemplaren, maakt het niet makkelijker als je gevoelig bent voor verzamelwoede 😅 In het Frans ‘canard de malade’ of ‘biberon de malade’, in het Duits (klinkt echt zoet) ‘Schnabeltasse’, en in het Nederlands, de nuchtere benaming ‘ziekenbeker’.

Er zijn inderdaad prachtige exemplaren bij, prachtig gedecoreerd en vormgegeven. Ook de Nederlandse aardewerkfabriek Mosa heeft deze ziekenbekers uitgebracht.

canard oude ziekenbeker

Droste kop en schotels

kop en schotels van het Droste servies droste servies kop en schotel
2 kop en schotels van het bekende Droste servies. 1 stuk in onbeschadigde staat en van 1 kopje is een heel klein chipje af. Dit kun je zien op de rechter foto. Vaste prijs € 12,50 per stuk, het beschadigde kopje € 10,-.

Interesse? Stuur dan even een berichtje naar brocante@habibatibrocante.nl.  Ophalen of verzenden mogelijk (verzendkosten binnen Nederland € 7,25)

 

Het bovenwoninkje van Oom en Tante

Het bovenwoninkje

Af en toe gingen wij op visite bij mijn oom en tante. Tante was de zus van mijn Oma en was getrouwd met Oom Anton, een grote man met enorme handen. Ook banketbakker van beroep, net als mijn Opa. Oom Anton met de grote handenOom en tante bewoonden een piepklein bovenwoninkje in de Noorderstraat in Amsterdam. Voor mij was een visite aan mijn oom en tante een hoogtepunt. Het kleine woninkje was voor mij een walhalla. Het stond stampvol en de houten wanden bespannen met jute waren grotendeels vol gehangen.
Na het beklimmen van de steile trappen naar de derde verdieping en het openen van de deur, stapte je het smalle halletje binnen. Dit was zo smal dat je maar één stap nodig had om je jas aan de kapstok te kunnen hangen. Links was de deur naar de kleine woonkamer en waar je bijna direct tegen een eettafel met stoelen aan liep. Natuurlijk met een pluchen kleed op tafel. Links van de tafel een dressoir, waarin DE grote schat bewaard werd. Op nog geen twee stappen van het einde van de eettafel, voor de ramen die uitkeken op de tuinen aan de achterzijde van de woningen en de huizen rondom, stonden twee makkelijke stoelen met een tafeltje er tussen. Naast de twee hoge ramen was de deuropening naar de smalle keuken met aan het eind van de keuken de deur van het toilet.
Ik vond dat toilet als kind reuze interessant, want het toilet was zo klein dat de deur bestond uit twee delen met scharnier. Je klapte één gedeelte uit, dat met een haakje aan het aanrecht werd vastgezet. Daardoor ontstond ruimte zodat je kon zitten. De keuken stond vol ( dat is niet zo moeilijk als het klein is ) met ouderwetse aardewerken potten voor koffie, thee en specerijen. Ook het emaille zand, zeep en soda stel ontbrak niet. Een granieten aanrecht met een zwart-wit geblokte wasbak. En het gordijntje onder de wasbak verborg de plastic afwasbak en andere huishoudelijke zaken voor het zicht. IJzeren zeepklopper om zeep te kloppen voor de afwas. Het water voor de afwas moest worden gekookt.
Aan de andere kant van de woonkamer stond een theekastje met servies erop en erin, kanten kleedje onder de glasplaat en een deurtje met een ster in het glas geslepen. Dan de kolenkachel en strak ernaast een sofa bed.
Maar de meest mysterieuze kamer was de grotere (slaap)kamer welke zich rechts van de hal bevond.
Een kamer met links een prachtige mahoniehouten kast met een kuif, die vol lag met allerlei wit katoenen beddengoed met gehaakte randjes. En kleine dozen waar schatten in zaten. Een nis met een gordijn ervoor waar kleding in hing met op de grond hoge bussen. Pas na het overlijden van mijn Tante en Oom ontdekten we wat erin zat. Suiker zo hard als steen en zout, want zoals mijn Oma toen zei: “Kind, we hebben de oorlog meegemaakt en dan leg je voorraad aan, je wist toch niet wat er ooit nog zou gebeuren. Op alles voorbereid”. Verder stond er een opklapbed en rechts achterin een grote ronde tafel, waarop altijd de meest lekkere dingen stonden, immers mijn oom was banketbakker en traiteur.
Ik kon daar eindeloos dwalen en mij wentelen in het sfeertje van ouderwetse gezelligheid. Het rook naar oude dingen die voorbij gaan.
Tante haakte, kon kantklossen, naaide kleding en borduurde. Ze maakte de mooiste dingen, met grote nauwkeurigheid en geduld.

Maar het allerleukste was de dierentuin. Uit het dressoir in de kamer werd een doos gepakt met dierenfiguurtjes van glas, waar ik mee mocht spelen aan de grote tafel met het pluchen kleed. Ondertussen luisterend naar de gesprekken om mij heen en mijn oom die altijd vertelde dat de grote antieke klok op het dressoir na zijn dood naar zijn neef ging. Oom en Tante hadden geen kinderen. Er was maar één ding in dat huisje dat ik echt niet mooi vond, en dat was die klok. Onder een raamwerk van ijzer met plastic erover gespannen als een soort stolp, pronkte de meest lelijke klok die ik ooit gezien had. Tierlantijnen en kleuren en een porseleinen meisjesfiguurtje dat op een schommel zat, die bewoog onder het uurwerk. Tik, tak, tik, tak, bewoog zij op iedere minuut die de klok wegtikte.

Na de dood van tante en oom kreeg ik de grote mahonie kast die eigenlijk van mijn Oma bleek te zijn.
Wat Oma en ik samen vonden in de kast werd de aanzet tot een verzameling oud speelgoed. Maar dat verhaal bewaar ik tot de volgende keer.